Categorie archieven: Persoonlijk

Overprikkeling in de Spits

Het was eergisteren een woensdag zoals elke andere. Ik kwam van het werk en ging naar huis. Een routineuze treinrit, maar toen ik mijn hand in mijn zak stak voor het meest essentiële onderdeel van mijn reis-uitrusting, voelde ik een golf van paniek. Leegte.

Fuck. Net vandaag. Mijn oortjes. Mijn schild tegen de wereld. Vergeten.

Alsof het universum een slechte grap uithaalde, was dit niet zomaar een dag. Het was de start van het academiejaar. Het perron krioelde van de mensen, een ongebruikelijke, chaotische drukte die me meteen een ongemakkelijk gevoel gaf. Ik kon niet eens zitten terwijl ik wachtte. Toen de trein sissend tot stilstand kwam, werd ik meegesleurd in de stroom van mensen. Gelukkig vond ik nog net een zitplaats, een klein eilandje in een oceaan van overweldiging. Maar zonder mijn oortjes was ik volledig onbeschermd.

De deuren sloten en de aanval op mijn zintuigen begon.

het was een kakofonie, tientallen gesprekken die een onverstaanbare brei van stemmen vormde, Achter me leek iemand luid filmpjes op zijn telefoon te kijken en het blikkerige geluid sneed door alles heen. Voor me was iemand aan het bellen en het leek alsof hij wou dat heel de trein wist hoe haar vrije namiddag gevuld was met shoppen met haar vriendinnen. Alles kwam bij me binnen zonder filter, alsof iemand de volumeknop van de wereld had opgedraaid tot 10, en nog ver daarboven.

Het stopte ook niet bij geluid, blijkbaar was een drukke trein hét moment om een maaltijd met een zeer penetrante, allesoverheersende geur te eten. De stank in combinatie met de best warme trein creëerde een benauwde wolk waar ik niet aan kon ontsnappen.

In mijn hoofd was het pure chaos. Zonder mijn oortjes om me af te sluiten kon ik niets meer wegfilteren. Elke prikkel voelde als een fysieke duw, ik voelde de paniek opkomen en probeerde wanhopig een ankerpunt te vinden in de storm. Ik begon de seconden te tellen tussen de haltes. Het is iets wat simpel lijkt, maar het gaf mijn brein iets om op te focussen. Een, Twee, Drie, Vier…. Het was niet veel, maar het was iets waarmee mijn hersenen niet verdronken in de zee van prikkels.

Toen ik eindelijk thuis aankwam en de trein kon verlaten was de opluchting immens: Eindelijk, rust. De overprikkeling bleef nog even nazinderen, als een echo. Die avond merkte ik het zelfs nog bij het inslapen, mijn hoofd voelde nog steeds vol en onrustig, ook al lag ik in mijn rustige kamer.

Dit was een harde herinnering om mijn oortjes niet te vergeten, maar ook een herinnering om terug een setje back-up oordoppen in mijn jaszak te stoppen. Want voorbereid zijn is voor mij het verschil tussen een “normale” drukke treinrit, en complete uitputting.

Ik werd herinnerd hoe belangrijk mijn standaard hulpmiddelen zijn. Hieronder heb ik nog enkele tips en strategieën die misschien kunnen helpen als je zelf ook eens in een gelijkaardige situatie zit:

  • Heb altijd een back-up: Zoals ik zelf ondervond, zelfs een extra paar oordoppen in een jas of tas die je altijd bij hebt, al is het maar een paar wegwerpdopjes. De kans dat je dan zonder valt is een pak kleiner, en wegwerpdopjes zijn misschien niet het beste, maar het is veel beter dan niets.
  • Creëer een mini filter: Zonder oortjes kan je ook prikkels deels dempen. De kap van je jas of sweater over je een trekken, of een pet om je blikveld wat te verkleinen. Als het winter is, kan een sjaal waar je je neus in kunt verbergen helpen om je wat beter te wapenen tegen scherpe geuren.
  • Gebruik een “fidget” of ander sensorish hulpmiddel: Dit hoeft niets ingewikkeld te zijn, een sleutelhanger of een ring waaraan je kan draaien.
  • Kies je positie strategisch: Als het kan, probeer aan het raam te zitten, in een hoek. Op deze manier heb je minder mensen direct om je heen en heb je iets meer controle over je persoonlijke ruimte.

Ik hoop dat mijn verhaal herkenbaar is, en deze tips kunnen helpen.

Soms is Stoppen een Overwinning

Zes jaar geleden begon ik vol moed en energie aan mijn bachelor Informatica. Ik had passie voor het bouwen van allerlei programmatjes en was eerlijk gezegd zelfs enthousiast om te beginnen. Maar de droom van toen maakte plaats voor een realiteit die me tot het uiterste dreef: een autistische burnout.

Vanaf het allereerste moment had ik problemen. Hoewel ik in mijn eerste jaar uitstekende resultaten behaalde, ging ik vanbinnen ten onder aan de stress. Ik splitste van in het begin mijn opleiding, omdat ik met vermoeidheidsproblemen zit. Dat leidde echter tot een extra uitdagingen: ik zat constant in andere klassen, kende niemand echt en voelde de verbaasde blikken van docenten of medestudenten als ik moest uitleggen dat ik een vak nog niet gezien had omdat ik mijn jaren splitste. Ik was een buitenstaander in een systeem dat niet voor mij leek te zijn gemaakt.

Het onbegrip was de zwaarste last. Toen ik aangaf dat de druk te hoog werd, werd er naar mijn cijfers gewezen. “Maar je doet het toch zo goed?” was een reactie die ik vaak hoorde. Men zag niet de avonden die ik opofferde, de angst dat mijn werk nooit perfect genoeg was, en de energie die het me kostte om te navigeren in een omgeving met onduidelijke verwachtingen. De opdrachten werden naarmate de jaren vorderden steeds vager. Ik begreep de technische kant perfect, maar worstelde met de praktische invulling. Een docent zei ooit: “Als je meer uitleg nodig hebt, zou je geen IT moeten doen.” Die opmerking sloeg diepe wonden, omdat het mijn behoefte aan duidelijkheid afdeed als onkunde.

De constante stress mondde uit in paniekaanvallen en uiteindelijk een zware depressie. De passie die ik ooit voelde voor programmeren, verdween volledig. Zelfs in mijn vrije tijd kon ik de motivatie niet meer vinden. Het dieptepunt was bereikt toen ik stress voelde door alleen al in de buurt van een computer te komen. Mijn lichaam en geest schreeuwden stop.

De eerste stap was hulp zoeken, maar de belangrijkste stap was een radicale keuze: ik ben gestopt met de hogeschool. Met nog maar twee vakken, een stage en een bachelorproef te gaan, was dat een ongelooflijk moeilijke beslissing. Maar het was geen falen; het was een daad van zelfbehoud. Ik koos voor mijn gezondheid.

Ik heb hier wel enkele lessen uit gehaald:

  • Goed is goed genoeg: Ik was een perfectionist, ik ging té diep in alle details.
  • Je moet tijd maken voor ontspanning: Ik moet bewust tijd maken om te ontspannen en naar buiten te gaan. Het is geen luxe, maar een noodzaak om in balans te blijven.
  • Ik heb mijn eigen grenzen leren kennen: Ik weet nu wanneer ik te diep ga en mezelf verlies in perfectionisme. Ik begrijp nu dat eindeloos doorgaan ten koste van mijn slaap en mentale rust me nergens brengt.

Ik heb misschien geen diploma Informatica op zak, maar ik heb wel mezelf teruggevonden. En die les is onbetaalbaar.

Een wereld vol prikkels

Mijn zintuigen staan meestal op scherp, als antennes die alles om me heen opvangen. Al die prikkels zijn overweldigend. Hieronder beschrijf ik per zintuig hoe ik de wereld ervaar.

Ik heb het meeste last van geluid. Ik heb daarom ook bijna altijd mijn oordoppen bij (Ik heb zowel een paar op maat gemaakte oordoppen, als een paar bluetooth oortjes met noisecanceling). Als ik me in een drukke en luide ruimte bevind is het zeer lastig om me te concentreren, alsof ik iemand aan het andere uiteinde van de zaal even luid hoor als iemand waarmee ik een gesprek aan het voeren ben. Ook het zoemen van een TL lamp, of het tikken van een klok kan storend zijn. Ik verdwaal als het ware in een oceaan van geluid.

Met visuele prikkels heb ik iets minder last, al heb ik wel een bril die automatisch verkleurd als ik buiten in de zon kom. Ik heb echter wel moeite met het andere dingen, zoals het inschatten van verkeer, afstanden of het vinden van iets in een rommelige kamer.

Met reuk heb ik het ook lastig, vooral als iemand een zeer intens parfum aan heeft. Toen ik deze zomer op een ferry van Kiel naar Oslo vaarde, en ik samen met mijn ouders in de tax-free parfumwinkel aan boord liepen werd ik zelfs onwel van alle reuken samen. 

Ik heb ook een gevoeligere tastzin. Zo zijn er bepaalde stoffen die onprettig kunnen aanvoelen (of juist zeer prettig). Ik ben daardoor ook wel wat kieskeuriger met wat ik draag en dat is waarom ik ook vaak dezelfde kleding draag. 

Ik neem de wereld anders waar, en dat is niet altijd makkelijk. Het heeft ook enkele voordelen: zo merk ik vaak details op die anderen ontgaan, of kan ik soms een conversatie volgen die ik eigenlijk niet zou mogen horen. Ik moet wel altijd waakzaam zijn om niet overbelast te geraken, dat is warm ik vaak rondloop met oordoppen of me terugtrek naar een rustigere plek, zodat ik even tijd heb om mijn batterijen op te laden en te zorgen dat ik niet overbelast raak.